Dresden heeft misschien wel het mooiste oude stadshart van alle Duitse steden. De cultuurstad onderging een gruwelijk bombardement en de afgelopen jaren zware overstromingen, maar kwam altijd weer sterker en vitaler uit de strijd. Wie zich overdag vergapen heeft aan de monumentale pracht en praal kan ’s avonds aan de andere kant van de Elbe alle historische ballast van zich afschudden in gemütliche Kneipen.
Wat hebben Dresden en Rotterdam met elkaar gemeen? Op het eerste gezicht weinig. De Nederlandse metropool heeft een hypermoderne skyline, met torenhoge kantoor- en woongebouwen, futuristische bouwwerken en brede autowegen en comfortabele koopgoten die de binnenstad doorkruisen. De Altstadt van Dresden daarentegen staat gevel aan gevel vol met historische gebouwen, het ene barokke complex nog oogstrelender dan het andere. Toch bevonden Rotterdam en Dresden zich zestig jaar geleden in dezelfde startpositie. Beide steden raakten in de Tweede Wereldoorlog zwaar gehavend door bombardementen. Rotterdam aan het begin van de oorlog, op 14 mei 1940, aangevallen door de Duitsers om Nederland op de knieën te krijgen. En Dresden aan het eind van de oorlog: in de nacht van 13 op 14 februari 1945. Vijftienhonderd Amerikaanse en Engelse bommenwerpers vielen de stad aan om het moreel van de Duitsers te breken. Er waren naar schatting 25.000 dodelijke slachtoffers te betreuren en de historische binnenstad was voor zeventig procent veranderd in een smeulende puinhoop.
Met de twee gruwelijke bombardementen houdt de vergelijking tussen Rotterdam en Dresden op. De Nederlandse havenstad en de Saksische hoofdstad kozen ieder voor een andere aanpak van de herbouw. Rotterdam bouwde een modern centrum, Dresden besloot de binnenstad in zijn oude glorie te herstellen. Het meest indrukwekkende staaltje daarvan is de Frauenkirche, die tijdens het bombardement van de geallieerden zwaar werd getroffen. Op het eerste gezicht leek de Lutherse kerk – tussen 1726 en 1743 gebouwd en door de Pruisische koning Frederik de Grote ‘weerbarstige dikkop’ genoemd – de luchtaanval te hebben overleefd, maar twee dagen later stortte de imponerende koepel van de kerk alsnog compleet in. Direct na de oorlog werd al gesproken over wederopbouw van de kerk, maar 45 jaar lang bleef de ruïne een gedenkteken in de stad. Begin jaren negentig startte de fondswerving die heropbouw mogelijk moest maken. Uit de hele wereld stroomden giften binnen en op 27 mei 1994 startten de bouwwerkzaamheden. In juli 2004 was het exterieur van de kerk weer helemaal gereconstrueerd en op 30 oktober 2005, als ook het interieur in zijn oude glorie is hersteld, werd de Frauenkirche opnieuw gewijd.
Goedbeschouwd is het beeldbepalende godshuis aan de Neumarkt dan ’s werelds grootste puzzel. Alle originele stenen die de verwoestingen en de daarop volgende vuurzee hadden doorstaan, zijn namelijk opnieuw gebruikt bij de heropbouw. Aan de hand van bewaard gebleven gedetailleerde documentatie en geavanceerde computerberekeningen kon 44 procent van de originele stenen weer op hun oorspronkelijke plek worden teruggeplaatst. Aan de buitenkant is goed te zien welke stenen oud en welke nieuw zijn; de klassiekers zijn verweerd en donker gekleurd, de jonkies nog nieuw en daarom licht.
De Frauenkirche staat symbool voor strijdlust en de veerkrachtigheid van de hele stad. Bijna alle schandvlekken uit de Tweede Wereldoorlog zijn inmiddels weggewerkt en in de meeste gevallen koos Dresden voor de herbouw van de oorspronkelijke panden. Soms levert dat een vervreemdend effect op, zoals aan de Neumarkt, waar naast het overweldigende gebedshuis ook de statige wooncomplexen opnieuw zijn opgetrokken. De oude vormen geven in combinatie met de gebruikte nieuwe materialen een Disneyland-achtige sfeer; de gevels moeten eeuwenoud lijken, maar zijn nog puntgaaf en niet verweerd. Ook hier zal de tijd alle wonden helen.
Vanaf de centrale Neumarkt is het hele oude stadscentrum gemakkelijk te bewandelen. Achter de Frauenkirche leiden trappen naar de Brühlsche Terrasse, een verhoogde wandelpromenade met uitzicht op de Elbe. Oorspronkelijk aangelegd als privétuin voor een Saksische hoogwaardigheidsbekleder, later geopend voor het publiek en nu chauvinistisch aangeduid als Het balkon van Europa. Flanerend over de Brühlsche Terrasse komt de Hofkerk in zicht, met daarachter de Theaterplatz die gedomineerd wordt door de Semperoper. Het operagebouw uit 1878 is het enige muziekgebouw ter wereld dat is genoemd naar de architect: Gottfried Semper. Ook dit monument werd getroffen door catastrofes; niet alleen de verwoesting in de oorlog, maar tevens door de overstroming van de binnenstad in 2002. Met een waterstand van negen meter en tachtig centimeter trad de Elbe dat jaar ver buiten zijn ruime oevers. Kelders en gebouwen in heel de Altstadt liepen onder water en de Semperoper bleef achter met veel schade aan de technische installaties.
Naast het oude operagebouw ligt het historische paradepaardje van Dresden, het Zwinger. Het gigantische complex is het meesterwerk van de Duitse barok, in de achttiende eeuw gebouwd als orangerie en festivalterrein voor het hof. Uren kun je zwerven door de paviljoens, over de balkons, over de statige binnenplaats en het museum met oude meesters. Op de hoger gelegen uitzichtlocaties in het Zwinger zie je dat Dresden ook een andere kant heeft; de monotone flats uit het DDR-tijdperk staan in schril contrast tot de schoonheid van de barokke architectuur. Gelukkig kun je ook de andere kant op wandelen, weg van de spuuglelijke woonkazernes, in de richting van het Residenzschloss. Het wordt eentonig, maar ook dit koninklijk paleis kreeg het zwaar te verduren tijdens het nietsontziende bombardement. Sinds 1989 is men bezig met de herbouw, die plaats biedt aan de twee onuitputtelijke museumcollecties van het Grüne Gewölbe.
Wie in het complex de honderd meter hoge Hausmannsturm beklimt, ervaart feilloos de fundamenten waarop het nieuwe en toch ook oude Dresden gegrondvest is. Van buiten is de toren historisch verantwoord. Maar wie aan de binnenkant afgesleten en verweerde trappen naar boven verwacht, komt bedrogen uit. Comfortabele betonnen traptreden leiden de bezoeker hogerop. Dit is Dresden: vernieuwd vitaal tot op de oude botten.
Aan de overzijde van de Elbe ligt een heel ander Dresden: een bont palet van wijken en buurten met prachtige gebouwen en elegante straten. Tussen de vele pareltjes in staan ook hier de recht-toe-recht-aan panden waar Duitsland zo berucht om is. In de Neustadt kun je winkelen, maar ook – weg van de toeristen – wat eten of drinken in een meer authentieke omgeving. Wie nog wat verder doorloopt en de door het verkeer omsingelde Albertplatz oversteekt, komt in de Aussere Neustadt, het stukje stad met de meeste flair. In de straatjes en de onoverzichtelijke wirwar van binnenhofjes van deze wijk hebben kunstenaars en studenten zich gevestigd. Hun aanwezigheid bepaalt heel sterk de sfeer in deze tegenstrijdige mengeling van sjiek en ongebonden Dresden. Dezelfde ontspannen atmosfeer wordt weerspiegeld door de vele eetgelegenheden en cafés, van echte Duitse Kneipen en Bierstubes tot elegante cocktailbars, en van onpretentieuze eettentjes tot pompeus aangeklede restaurants. Waar het gezellig druk is – op vrijdag en zaterdag zelfs heel druk – omdat het ‘tot zes uur te doen is in de Altstadt maar na zessen iedereen verhuist naar de Neustadt’, pochen de inwoners graag.
Die geboren Dresdenaren nemen je met plezier mee langs hun favoriete stekjes tijdens de Kneipenrundgang. Slenterend door de straatjes wijzen ze je op de meest frappante plekjes in de wijk, en ze nemen je ook mee naar binnen. De eigenaars van de horecazaken zien de groepjes graag komen en geven niet zelden een rondje ter verwelkoming. Zo zet de Cubaanse uitbater van El Cubanito ons een tequila voor, wat ons de gelegenheid geeft zijn rijk met schilderijen, doosjes sigaren en Cubaanse flessen likeur gedecoreerde dranklokaal te bewonderen. Wil je echter op z’n Cubaans een sigaartje opsteken, dan moet je, net als in Nederland, naar buiten.
De lokale gidsen van de Kneipenrundgang bewegen je sowieso naar de buitendeur, want er staan nog veel meer cafés om van te proeven op het programma. Die 100 bijvoorbeeld, waar ze driehonderd wijnen in de kelder hebben liggen en verrukkelijke cocktails maken. Of PlanWirtschaft, zo’n beetje de oudste horecagelegenheid in de wijk. Hier discussiëren studenten, zakenlui en kunstenaars aan de Biertisch over de Bunte Republik Neustadt, mijmeren ze over de oude Oostzone of bestellen ze eenvoudigweg een Bockwurst of een Poolse Soljanka-soep.
Bij gaybar Queens vieren ze net op de avond van onze Rundgang hun tienjarig bestaan. Binnen proberen vuurspuwers het plafond te roosteren, terwijl buiten hetzelfde gebeurt, maar dan met de onvermijdelijke worsten op de barbecue. Op het drukke trottoir, met voor ons bradende jongemannen en pal achter ons een passerende tram, krijgen we een knipoog van een lange, wat slungelachtige man. Razende radertjes in onze hersenen produceren de vraag of het hier een bekende betreft of een versierpoging. Dit heerschap zagen we toch nog nooit eerder? Tot iemand ons uit de droom helpt: dit is Nana Mouskouri en we zagen haar/hem enkele uurtjes terug optreden. Ach ja, travestietheater Carte Blanche! Het fameuze theater was aan het begin van de avond het startpunt van ons uitje Neustadt.
Carte Blanche is verre van een achterkamertjestheater waar een ranzige voorstelling wordt gegeven. Dit is travestie met een hoofdletter T, waar avond aan avond drommen toeschouwers op af komen. Keurige dames, heren van middelbare leeftijd, uitbundige vrouwengroepjes en her en der een homopaar bevolken het intieme theater. Iedereen heeft zich voor dit avondje uit feestelijk uitgedost. Het roodvelours gordijn en de roos op elk tafeltje roepen de gedachte op van een revue in het Berlijn van de jaren twintig. Als Stephanie Colbert de aftrap geeft, wordt al snel duidelijk dat de eerste rij in dit theater géén goede plek is. “U hoeft niet weg te kijken, dat helpt niets” hoofdschudt de presentatrice tegen de heren vooraan. De hele show zijn zij de pineut, tot hilariteit van hun echtgenotes. Die dan zelf weer vol onverholen jaloezie kijken naar de prachtige benen, de bevallige heuplijn en de oogstrelende kledij van Josephine Baker, Britney Spears, Dame Edna, Tina Turner en Cher. En de al genoemde Nana Mouskouri natuurlijk die zich – nadat Heino iedereen nog even Servus, Grützi und Hallo heeft gewenst – snel afschminkt en zich naar Queens haast. Waar we dit verhaal eindigen met een dikke knipoog uit Dresden. •
2008 / 2014 © Adri van Esch
Foto’s : Adri van Esch, Jan Kus, Photodesk.at