IJsland, puur en zonder sterallures

IJsland heeft alles wat je van een korte vakantiebestemming mag verwachten: stedelijke flair, ongerepte natuur, relaxte wellness en verrukkelijke vis. En dat alles zonder sterallures en voor een prijs die tot voor kort voor onmogelijk werd gehouden, da’s de zonzijde van de kredietcrisis.

Geen reisbestemming leverde de afgelopen maanden zoveel reacties op als IJsland. Vertel dat je een lang weekendje naar het noordelijkste land van Europa gaat en het commentaar is voorspelbaar. Maar ook al heb je geen rooie cent op een IJslandse bank, dan toch is een tripje naar het barre eiland een aanrader. Al die mensen die aanmerkingen hebben op jouw reisgedrag weten dat óók. Ze hebben immers het nieuws rond de vermaledijde kredietcrisis gevolgd en zagen op de journaals – toen de redacties het hadden gehad met keer op keer dat trappetje naar het Landsbanki-kantoor als illustratiemateriaal – de mooiste plekjes van het eiland als één grote reclamespot voorbijkomen. Hoe triest het ineenstorten van het bankensysteem in IJsland ook is, de keerzijde van de medaille is dat het land nog meer dan voorheen booming is onder toeristen. Niet alleen vanwege de grote media-aandacht, maar ook omdat de IJslandse kroon éénderde van zijn waarde is kwijtgeraakt. Waardoor dure etentjes, drankjes en hotelovernachtingen ineens heel gemiddeld van prijs zijn geworden. De nationale luchtvaartmaatschappij Icelandair doet er heel slim nog wat mooie weekendaanbiedingen bovenop en voilà, de vliegtuigen naar en van IJsland zitten vol.

Panorama over Reykjavik

Panorama over Reykjavik

Vanaf Schiphol vlieg je in drie uur naar Kevlavik, het plaatsje waar de internationale luchthaven van IJsland ligt. Zo halverwege Europa en de Verenigde Staten wordt het vliegveld ook veel gebruikt als tussenstop voor transatlantische vluchten. Wie een mogelijkheid heeft een stop over te maken, moet dat zeker niet nalaten. IJsland is een oase van rust vergeleken met de steden waar men toe naar toe vliegt of waar men vandaan komt. De hoofdstad Reykjavik is meer een groot dorp, met slechts een goede honderdduizend inwoners en amper horizonvervuilende hoogbouw.

Hoewel IJsland drie keer zo groot is als Nederland, is het te ontdekken gebied heel overzichtelijk. Dat beperkt zich grofweg tot de zuidwestpunt van het eiland. Verder reizen kan heel lonend zijn voor de liefhebbers van echt ruige natuur, maar trek daar dan meer dan een week voor uit. De meeste toeristen komen voor een midweek of lang weekend en hebben aan de streek rondom Reykjavik meer dan voldoende. De autoverhuurder is daar blij mee. Die laat weten dat het niet gewenst is dat men met de huurauto de binnenlanden van IJsland bezoekt. Over het stuur van het stadsautootje hangt een niet te missen kartonnen waarschuwingsbord: het hart van IJsland is off limits. Te ruw, geen mooie asfaltwegen, te veel kans op steenslag, kortom: te onherbergzaam voor een tere Toyota Yaris.

Maar geen nood, de gesofisticeerde zuidwesthoek biedt méér dan voldoende moois voor een paar goedgevulde dagen. Met de huurauto rijd je binnen veertig minuten naar de hoofdstad. Zonder stress of moeilijke verkeerssituaties. En zonder verzekering voor diefstal van de auto, merken we als halverwege stad en luchthaven zijn. Als we daar tegenover een IJslander onze bezorgdheid over uitspreken kijkt hij ons glimlachend aan. Dit is Nederland niet, dit is IJsland, een eiland… Waar moet de gestolen auto heen? In het ergste geval wordt het vehikel ontvreemd, maar het voertuig wordt altijd weer teruggevonden. Toch is een diefstalverzekering aan te bevelen, want de huurder is bij diefstal wel volledig aansprakelijk voor de schade.

De kathedraal van Reykjavik

De kathedraal van Reykjavik bij avond

De combinatie van natuur en cultuur op minuten afstand van elkaar maakt van Reykjavik de gedroomde reisbestemming voor wie van beide een graantje wil meepikken. De stad biedt alle mogelijkheden om te shoppen, lekker te eten, musea te bezoeken en uit te gaan. Een half uurtje rijden naar het noordoosten – met je gehuurde auto, maar met de lijnbus of een georganiseerde tour kom je ook een heel eind – en de wereld ziet er anders uit.

Snelweg 1 verandert van tweebaans in éénbaans en loopt over in de polderachtige provinciale weg 36, die als een blinkende asfaltserpentine door het buitenaards aandoende landschap slingert. Binnen de kortste keren ben je alleen met de natuur. De heuvels en bergen in mist gehuld, beekjes die kronkelend hun weg zoeken naar koele meren, basalten muurformaties die begroeid zijn met bremachtige planten, als torentjes opgestapelde stenen. Net nog meedeinend in de hectiek van de stad voel je je dertig minuten later een figurant in The Lord of the Rings. Hoe woest lijkend ook, toch is dit gewoon bewoond gebied. Je mobieltje heeft bereik, uit de schoorsteen van het roodbedakte huisje in de verte stijgt een rookpluim op en tot in de – voor je gevoel – diepe binnenlanden waarschuwen borden voor overstekende ruiters. Want waar andere hoofdsteden eindeloze voorsteden hebben, kun je tien kilometer buiten Reykjavik paardrijden, wandelen, hiken en wildwaterraften in de ongetemde natuur.

Een lavaveld niet ver van Reykjavik

Een lavaveld niet ver van Reykjavik

Uiteindelijk leiden al de wegen en weggetjes waar je je aanvankelijk een eenling waant toch weer naar plaatsen waar alle toeristen samen komen. Waar je dus kunt ‘genieten’ van faciliteiten als restaurants, toiletten en ruime parkeerplaatsen. En van natuurwonderen als geisers en watervallen. Het woordje ‘geiser’ vond hier zelfs zijn oorsprong, in Geysir, een open vlakte waar verschillende putten in de grond actieve en niet actieve geisers bevatten. De meest imponerende geiser, de Strokkur, is van verre te herkennen. Aan de damp, aan het om de vijf minuten hoog oprijzende water en aan de toeristen die er in een kring omheen staan.

Na een kort observatiemoment heb je door hoe het werkt: het stomende water in het gat borrelt steeds harder, wordt vervolgens naar het midden gezogen en vormt daar een bolvormige bel met een blauwe gloed. Even later spuit de geiser met ongekende kracht een kokendhete waterstraal tientallen meters de lucht in. Kreten van bewondering klinken, fototoestellen klikken en de toeristen maken rechtsomkeert, plaatsmakend voor nieuwe bewonderaars.

Even verderop ligt nog een natuurwonder: Gullfoss, een twee kilometer brede en 22 meter diepe waterval. Hier stort het water van de Hvítá-rivier in twee etappes naar beneden. De regenbogen die door het zonlicht boven het watergeweld verschijnen gaven de waterval zijn naam: Gullfoss, de gouden waterval.

Geen mens verlaat IJsland zonder te hebben gedobberd in de Bláa Lónid – zo staat het op de verkeersborden, maar voor het gemak wordt het door iedereen Blue Lagoon genoemd. Een groot meer midden in een grijszwart lavaveld is gevuld met warm oceaanwater dat vol met mineralen en heilzame siliconen zit. Het water krijgt daardoor een witte, melkachtige kleur waarin de blauwe lucht weerspiegeld wordt. Het troebele water zadelde het management van de blauwe lagune op met een probleem: wie buiten het zicht van medebaders kopje onder gaat en blijft, is moeilijk te traceren. Om die reden houdt een dik aangeklede life guard constant een oogje in het zeil, ook al is het water van de Blue Lagoon nog zo ondiep.

Na het omkleden dien je je alvorens het water in te stappen goed te douchen. Op pictogrammen staat aangegeven welke zones extra aandacht behoeven: de oksels en het gebied onder de gordel. Waag het niet door te lopen; een controleur fluit weigeraars onherroepelijk terug. Prima zaak, die aandacht voor hygiëne, zeker voor kunstmatig aangelegde zwembaden en spa’s. Maar wellicht een tikkeltje overtrokken voor een eindeloze lagune die dagelijks aanvoer krijgt van vers zeewater en zelf ook nog eens lichtelijk naar zwavel ruikt.

De Blue Lagoon op IJsland

De Blue Lagoon op IJsland

Langs de waterkant staan bakken waaruit je met lepels een korrelige witte substantie kunt scheppen, die je op je gezicht smeert. Na maximaal tien minuten afspoelen. Je huid krijgt er een oppepper van. Bij de ingang van het complex krijg je een zakje conditioner mee. Het is verstandig om daar na afloop even je haardos mee te wassen, anders krijg je de dagen daarna geen borstel meer door je haar.

In gebouwen naast het water zijn sauna’s en een stoomgrot ondergebracht. Lekker, maar daarvoor kom je niet naar de Lagoon. Je bent er om languit, ontspannen te drijven op het melkzachte water. Als de zon dan voorzichtig doorkomt, een vleugje wind de stoom over het water drijft en kleine golfjes veroorzaakt, en als wat verderop een regenboog verschijnt, dan weet je dat je een unieke ervaring rijker bent.

Reykjavik is de hoofdstad van IJsland. Dat klinkt imposant, maar zo komt de stad niet over. Reykjavik is geen Parijs, Wenen of Berlijn. Zelfs geen Amsterdam. Niet wat betreft historie en bezienswaardigheden, niet wat betreft dynamiek, niet wat betreft grootte. Maar de stad heeft iets ondefinieerbaar aantrekkelijks. Is het de frisse lucht, zijn het de huizen met de kakelbonte daken of het eenvoudig te bewandelen centrum? Het oude stadshart heeft in ieder geval zijn charme bewaard. Je kunt er shoppen in de hoofdstraten Laugarvegur, Hafnarstræti en Bankastræti. Of je wandelt naar de kenmerkende Hallgrímur-kathedraal. Helemaal van beton gebouwd in de vorm van een lavastroom.

Villa Höfði in Reykjavik, IJsland

Villa Höfði in Reykjavik

Langs de waterkant staat de wereldberoemde villa Höfði, waar de Amerikaanse president Ronald Reagan en zijn Russische collega Michail Gorbatsjov in oktober 1986 hun eerste besprekingen hielden die een voorbode waren van het beëindigen van de koude oorlog. Wie zich de filmbeelden uit die tijd nog herinnert, ziet een eenzame villa tegen een oneindige achtergrond van water en bergen. Maar inmiddels is het landhuis aan drie zijden helemaal ingebouwd geraakt tussen zakenpanden en kantoorflats. Op de trap nemen Japanners dezelfde positie in als de twee wereldleiders ruim twintig jaar geleden. Smile… voor thuis.

Reykjavik is vooral beroemd om zijn uitgaansleven. Door de hele stad liggen cafeetjes, clubs en restaurants. Zelfs al is het winters koud, dan nog lopen inwoners en toeristen van kroeg naar kroeg, waardoor het altijd gezellig druk is op straat. Een avond uit begint met een etentje en tien tegen één dat er vis op het menu staat. Niet goedkoop, wel verser dan vers. De menukaarten zijn naast in het onleesbare IJslands ook altijd in het Engels, zodat je weet wat je op je bord krijgt.

Het uitgaansleven komt pas na middernacht op gang – en duurt tot in de vroege uurtjes – omdat de IJslanders eerst thuis indrinken. Ondanks de voor ons gunstige koers van de kroon blijft alcoholconsumptie voor de eilandbewoners zelf een dure bezigheid.

Reykjavik vanuit de lucht

Reykjavik vanuit de lucht

Wellness is geen trend maar een levensstijl, zeggen de inwoners van IJsland zelf. Dat kan je in Reykjavik niet ontgaan: de stad telt niet minder dan zeven geothermische warmwaterbaden. Voor de inwoners van de stad is een bezoek aan zo’n zwembad een onderdeel van het dagelijkse leven. Baantjes trekkend in het vijftigmeterbad, wekend in een ‘hete pot’ (met water van 38 graden) of stomend in een droge of natte sauna, hier bespreken de stedelingen de alledaagse gevolgen van de financiële crisis. De meest hippe en moderne spa ligt aan de rand van Reykjavik, tegen het sportpark aan, en heet Laugar. Het is een nieuwe spa- en sportfaciliteit die naast een ouder openluchtzwembad is gebouwd. Van beide mag je gebruik maken. In Laugar vind je zes sauna’s, waaronder drie droge, oplopend in temperatuur van zestig tot een dampende negentig graden. De Turkse stoomsauna is geïnspireerd door Gaudi en helemaal bedekt met duizenden kleurige minitegeltjes. Laugar puilt uit van de wellness-snufjes: een design voetenbad, douches met citroengeur, een indoor wedstrijdbad en relaxstoelen rond een open haard.

Je deelt de kleedkamers met de mannen die gaan fitnessen, want met de World Class Gym beschikt Laugar ook nog eens over het grootste fitnesscentrum van IJsland. Daar staan de fietsen en loopbanden in lange rijen opgesteld voor enorme ramen die uitzicht bieden over de groene Laugardalur-vallei. Trainen gaat je dan kennelijk makkelijker af, te zien aan de lichaamsvormen van de heren in onze kleedruimte. Of komt het omdat wellness en zorg voor je lijf hier daadwerkelijk een levensstijl is? Dat kan wat ons betreft overigens ook te ver gaan: twee dames aan het restauranttafeltje naast ons hebben ieder een weegschaaltje waarop de portie hoofdgerecht minutieus wordt gewogen. Wat volgens de dieetvoorschriften te veel is schuiven ze behoedzaam in een doggy bag, voor latere consumptie. Wel uiterst economisch verantwoord. •

2008 © Tekst: Adri van Esch