Lekker lange dagen in Göteborg
Vlieg eens een keer anderhalf uur naar het noorden in plaats van naar het zuiden. Kies voor de afwisseling bijvoorbeeld eens voor Göteborg, en ontdek dat deze stad aan de Zweedse westkust minstens zoveel sfeer en charme heeft als steden in zuidelijk Europa.
Hoe laat is het? Hebben we ons verslapen? Langs de overgordijnen van het hotelraam kiert de zon naar binnen. Met een dergelijke zonkracht moet het al wel half in de ochtend zijn, vermoeden we, en dat is niet de bedoeling. We zijn immers in Göteborg om optimaal te genieten van wat deze havenstad aan de Zweedse westkust te bieden heeft, en uitslapen of verslapen staan niet op ons programma. Moeizaam wordt er een blik geworpen op een klokje: amper vijf uur, geven de wijzers aan. Het is duidelijk: de dag begint hier wel héél vroeg. En eindigt laat, merken we in de avond. Pas om half elf maakt de zon voorzichtig aanstalten om achter de horizon te verdwijnen. In de aanloop naar de zomer zijn de dagen lang. Extra uurtjes om van Göteborg te genieten, zeggen de inwoners zelf. Wie dat wil doen moet echter niet te lang wachten. Richting herfst gebeurt namelijk het omgekeerde: juist de nachten worden dan langer. Ook gezellig, maar wil je genieten van terrasjes en parken dan moet je in of rond de zomer naar Göteborg. Bij binnenkomst van de stad over de brede hoofdboulevard Avenyn zie je het al: de Zweden weten hoe ze hun zomer effectief moeten benutten. Overal zitten mensen buiten, terrassen puilen uit. De restaurants, cafés, nachtclubs en winkels op de Avenyn trekken hordes mensen, onder wie veel toeristen. Wil je iets authentieker flaneren, wandel dan naar de onder Göteborgers populaire Linnégatan. Een trendy avenue met een Boheemse flair die vooral veel lokaal publiek trekt, dat luistert naar jazzy deuntjes op het éénhoog gelegen Linnéterrassen of de avond wegdrinkt in een openluchtcafé – en anders dan de hardnekkige verhalen doen vermoeden is alcoholische drank dankzij de gunstige wisselkoers niet duurder dan in Nederland.
In de Linnégatan, maar ook in de rest van het stadscentrum, is alles gericht op buiten vertier zoeken. Elk terrasje heeft gerieflijke loungebanken met kussens en zelfs dekens voor als het onverhoopt toch wat killer mocht worden. Het terras van het opmerkelijke designhotel Avalon heeft zelfs staande schemerlampen en rekken vol met glazen, die ’s nachts gewoon buiten blijven staan. Men heeft nog vertrouwen in de mensheid, lijkt het, wat ook blijkt uit de amper aanwezige controle van kaartjes in de tram, op de ferryboot of in het museum. Wat een verademing! Het Avalon-terras biedt uitzicht op het levendige tram- en wandelverkeer van het plein Kungstorget, precies in het hart van de stad. Maar je loopt op het terras ook een risico, van een fikse douche. Het hotel heeft bovenop het dak een zwembad laten bouwen: een geheel glazen bak die zelfs wat uitsteekt over de rand. Al zwemmend kun je onder je, door de doorzichtige bodem, het winkelend publiek zien. Eens was er een uitbundige party, vertelt een aanwonende met een glimlach, en de ondeugende feestgangers besloten met z’n allen tegelijk in het zwembad te springen. De rollende golf die daarop volgde, sloeg over de rand van het zwembad en kletterde op de terrasbezoekers beneden neer. Hun glazen waren meteen weer gevuld.
Göteborg doet ons wat denken aan Amsterdam. Niet vreemd, want net als in Sint-Petersburg en Jakarta werd ook door Göteborg aan Nederlandse ingenieurs gevraagd het stadscentrum te tekenen. Dat resulteerde in al die steden in grachten en kanalen. Waarlangs, net als in onze hoofdstad, trams rijden die alle uithoeken van de binnenstad met elkaar verbinden. Zo kom je heel eenvoudig in Haga, een gezellige, negentiende eeuwse wijk met houten huisjes aan met kinderkopjes bestrate steegjes. Inwoners mochten van het stadsbestuur hun houten woningen slechts twee verdiepingen hoog maken, in verband met brandgevaar. Hun oplossing om toch hoger te kunnen bouwen was eenvoudig: de begane grond werd in steen opgetrokken, de rest in hout. Modezaakjes, tweedehandswinkels, antiekverkopers en cafeetjes wisselen elkaar in Haga af. In Kafé Husaren zijn de grootste kaneelbroodjes van Zweden te koop. De tram brengt je ook naar het eilandrijk net buiten de stad. Hobbel mee op tramlijn 11 naar halte Saltholmen, waar de treinen haast de zee in rijden en je – met hetzelfde kaartje – kunt overstappen op één van de veerboten naar eilandjes met klinkende Zweedse namen als Brännö, Vargö en Styrsö, waarbij de ö staat voor ‘eiland’.
Wij pakken de boot naar Vrångö, het allerlaatste bewoonde eilandje dat de veerboot aandoet. Je kunt er heerlijk zwemmen langs het zandstrand of duiken van de rotsen, wordt ons voorgehouden. Wat ons vooral frappeert is de absolute rust op Vrångö. Een grotere tegenstelling met de drukke stad van een uurtje terug is nauwelijks denkbaar. Mensen zitten heel rustig een boekje te lezen op de veranda van hun Pippi Langkous-huisjes, voeren wat onderhoudsklusjes uit op hun bootje in het haventje van Vrångö of steken aan wal een barbecue aan. Op de ziekenwagen na zijn auto’s van het eiland verbannen. Bewoners hebben de beschikking over drie andere vervoermiddelen die beter passen bij de serene rust van de omgeving. Om te beginnen zijn er kruiwagens die in slagorde bij de aanlegplaats van de veerboot staan opgesteld. Wie er één nodig heeft, mag ‘m pakken. Iedereen heeft ook een eigen bootje, dat in de meeste gevallen op z’n kop in de tuin of langs de weg ligt. Het meest populaire vervoermiddel op de eilanden in de archipel zijn de flakmopets, brommertjes met een platte bak ervoor. Alles, maar dan ook alles wordt er mee vervoerd, tot aan grootmoeders toe. Alleen voor ernstig zieken wordt een uitzondering gemaakt; die worden met de ambulance naar de haven gebracht en vervolgens naar het ziekenhuis in de stad gevaren. De flakmopets zijn wel een dissonant in de weldadige rust van het eiland; hun geknetter is veelvuldig te horen. Alleen de meeuwen lukt het om het brommerkabaal te overstemmen.
De maritieme invloed van de tweede stad van Zweden is alom terug te vinden, in de bezienswaardigheden, de recreatiemogelijkheden en de keuken. Visliefhebbers komen overal in de stad aan hun trekken, maar in het bijzonder in de Feskekörkan. Deze markthal voor vis- en schaaldieren annex restaurant stamt uit 1874 en heeft wat weg van een kerkgebouw. Vandaar de naam Feskekörkan: Viskerk. In de jachthaven Lilla Bommen ligt de driemaster Viking en aan de haven staan twee markante gebouwen: de Göteborgs Operan en de Läppstiftet. Het operagebouw dateert uit 1994 en moet een schip voorstellen. De Läppstiftet is de bijnaam die de inwoners van de stad gaven aan het 86 meter hoge wit-rode gebouw Utkiken, dat veel wegheeft van een lippenstift. Utkiken, de naam van het gebouw geeft het al aan: bovenin word je getrakteerd op een wijds uitzicht over de stad.
Mooi uitzicht bieden ook de achtbanen in Liseberg. Göteborg heeft net als Kopenhagen en Wenen een pretpark midden in de stad. De rails van de achtbanen loopt parallel aan de straten en de treintjes schieten langs kantoorgebouwen en hotels. Een stadspretpark biedt niet alleen sensationele attracties maar ook mogelijkheden om uit te gaan: in Liseberg worden dagelijks openluchtconcerten gehouden en in de weken voor kerstmis is er een fabuleuze kerstmarkt. Voor bezoekers die liever kijken en luisteren in plaats van door elkaar geschud worden in razendsnelle attracties heeft het park een goedkoop entreekaartje. Aanvullend kunnen losse kaartjes of een passe-partout voor de attracties worden gekocht. Wat wij doen, want vooral de houten rollercoaster Balder moet gereden worden. De vrije val van deze achtbaan – in een hoek van zeventig graden de diepte in – is nog nergens ter wereld geëvenaard. Na ruim een kwartier in de wachtrij krijgen we eindelijk zicht op de zenuwslopende afdaling. Kunnen we nog terug? Nee dus. Een dubbele beveiliging – beugels én riemen – bezegelt ons lot: een helletocht over duizend meter spoor en langs de gevel van hotel Gothia Towers, waar je in skybar Heaven 23 de angst op de gezichten van de Balder-gangers kunt aflezen.
De bootjes van Paddan zijn speciaal gebouwd om onder de lage bruggen door te kunnen varen, staat informatief in de folder van het rondvaartbedrijf. Dat mag zo zijn, toch heeft deze vijftig minuten durende tocht over de singelgrachten en kanalen en door de haven van Göteborg nog een onverwachte verrassing voor ons in petto. Want onder de twintig bruggen die de platte, open rondvaartboot passeert, zitten twee uitzonderlijk verraderlijke: ze zijn te laag om te passeren. En dus moeten alle passagiers uit hun stoeltjes en languit op de grond gaan liggen, zegt de Zweedse schone die ons over het water gidst. De toeristen kijken elkaar verbaasd aan: is dit menens? Zeker weten: brug Osthyveln zou in het Nederlands Kaasschaaf heten en de Hairdresser heeft al menig kapsel geruïneerd. In Göteborg gaat elke Amerikaanse, Japanse of Hollandse toerist plat voor de stad. •
2009 © Tekst en foto’s: Adri van Esch