• BOEDAPEST: BADEN IN WEELDE

  • BOEDAPEST: BADEN IN WEELDE

De eerste wandeling gaat linea recta naar de oever van de rivier; de Donau trekt. Opvallend breed en statig ligt de natte stroom aan onze voeten. Aan beide zijden raast het verkeer over de kaden. Er is nauwelijks vaarverkeer op het water. Tegen onze rug ligt Pest, plat en levendig. Aan de overkant rijst Boeda uit het water omhoog, heuvelachtig en in de avonduren bijna sereen stil.

Nog geen half uur geleden zijn we gearriveerd in Boedapest. De zon is al onder. Lichtjes accentueren de contouren van de uit 1843 stammende Kettingbrug, hét symbool van de Hongaarse hoofdstad. Zelfs de eerste indruk van deze stad is al overweldigend. Op deze plek weet je binnen een uur waarom Boedapest zo geliefd is bij inwoners en toeristen: een ligging als deze, die in één oogopslag te aanschouwen is, vind je in weinig andere steden.

Koninklijke burcht

De bruggen geven perspectief aan het tafereel en dienen als markering. Door de Vrijheidsbrug, de Elisabethbrug (genoemd naar Sissi), de Margitbrug, de hypermoderne Lágymányosibrug of de al genoemde Kettingbrug weet je precies waar je bent in de stad. Op de donkere heuvel aan de overkant van het water staat de dominante koninklijke burcht fier in de schijnwerpers. Niemand kan om dit imposante bouwwerk heen. ‘Hier ben ik, kom maar langs’, schreeuwt het paleis. We besluiten dat dan ook maar te doen. Morgen, als de zon weer op is.

Pittoresk tandradbaantje

Er zijn verschillende manier om de Donau van Pest naar Boeda over te steken. Met de metro die, ondanks dat het de oudste metro van het Europese vasteland is, schoon is en effectief. Met de bus, waar je gratis in kunt stappen als je vooraf de handige en overal verkrijgbare Boedapest-kaart hebt gekocht. En te voet. Wandelend over de Kettingbrug komt het paleis van Boeda langzaam en majestueus op je af. Aan de overkant wacht de Sikló, het pittoreske tandradbaantje dat je zuchtend naar boven brengt. Met elke meter die de funiculaire verder naar de top klimt, ontrolt zich een steeds weidser en schitterender panorama: Pest zakt weg in de diepte en geeft haar geheimen prijs.

Het parlementsgebouw in Boedapest

Mooiste parlementsgebouw

De foeilelijke hotel- en kantoorcomplexen aan de kade van de Donau worden meer dan gecompenseerd door de aanblik van de Belvárosi-kerk aan de rechterkant en het niet te missen parlementsgebouw ter linkerzijde. De zetel van het Hongaarse parlement is onbetwistbaar de mooiste van Europa. Het overdadige gebouw is een aaneenschakeling van gotische torens, trappenhuizen in barokstijl, muurschilderingen, glas-in-loodramen en beelden. Midden in Pest eist de Sint-Stephanusbasiliek de aandacht op en wie goed kijkt ziet zelfs de torens van de grootste nog in gebruik zijnde synagoge van Europa. De kabeltrein brengt je midden in het hart van het burchtkwartier. Je loopt zo het robuuste paleis binnen, waar tegenwoordig de Nationale Galerie, met middeleeuwse en barokke kunstvoorwerpen en werken van Hongaarse schilders, het Historisch Museum en het Museum voor Moderne Kunst in zijn ondergebracht.

Schilderachtige buurt

Voorbij de gotische Matthiaskerk verandert de burchtwijk; van groots, meeslepend en open wordt de ambiance van de buurt beschut en schilderachtig, met kleine straatjes en binnenpleintjes. Wat blijft is het riante uitzicht over Pest, bijvoorbeeld vanaf het suikerwitte Vissersbastion. De vestingmuren met de markante torens werden nooit gebouwd ter verdediging van de stad, zoals de naam doet vermoeden, maar als uitkijkpunt en ter verfraaiing van het stadsbeeld.

Het Vissersbastion in Boedapest

Thermale baden

Net als andere stedelijke trekpleisters heeft Boedapest prachtige historische gebouwen, rijke cultuuruitingen in musea en galerieën, een divers winkelaanbod en een dynamisch uitgaansleven. Maar één ding hebben al die andere topsteden niet: thermale waterbaden. In Boedapest komt dagelijks zo’n zeventig miljoen liter water met een temperatuur van tussen 21 en 78 graden uit bronnen en putten naar boven. Het water schijnt goed te zijn voor je gewrichten, de bloedsomloop en is een probaat middel tegen ‘vrouwenkwaaltjes’, zo is bewezen.

Vijftig badhuizen

Dat willen we testen natuurlijk, ook al zullen we vanwege onze fysieke bouw niet van alle voordelen optimaal kunnen profiteren. Maar alleen al de aanlokkelijke gedachte dat we ons kunnen vleien in het weldadig warme water terwijl om ons heen de stoom een gevecht aangaat met de koude buitenlucht is voldoende reden om ’s ochtends vroeg met een zwembroek en een handdoek aan de poort van een badhuis te staan. Keus genoeg: er zijn vijftig badhuizen in de stad, variërend van paleisachtige complexen tot Spartaans ingerichte Turkse baden, van langgerekte openluchtzwembaden tot luxe jacuzzi’s. De bekendste zijn Gellért, Rudas, Széchenyi, Lukács en Király. Bij Rudas hebben we later nog een afspraak en het Gellért-bad is vooral populair bij toeristen, daarom vallen die nu af.

Bad Szechenyi in Boedapest

Neobarok sprookjespaleis

We kiezen voor Széchenyi omdat daar de Boedapesters zelf ook heen gaan. Het bad is gehuisvest in een okerkleurig, neobarok sprookjespaleis. Op de binnenplaats liggen drie enorme baden, twee ronde en een baantjesbad. In de zalen zijn nog eens twaalf binnenbaden en divers sauna’s. Het bijna honderd jaar oude Széchenyi ademt tegelijkertijd grandeur en vergane glorie uit. In de weldadig gedecoreerde hal kopen we een kaartje. Bewaar je ticket, want die heb je bij het verlaten van het bad weer nodig. Heb je namelijk korter dan twee uur in het complex vertoefd, dan ontvang je na afloop enkele forinten terug. Maar de kans dat je binnen die tijdspanne in en uit bent, is klein. Er is zoveel te zien en te ervaren dat je gerust het dubbele tijdsbestek voor Széchenyi kunt uittrekken. Dat begint al met het omkleden: je hebt de keus uit een locker of een – iets duurder – hokje. De kleedhokjes zijn op de begane grond; ze blijven gedurende je bezoek tot je beschikking, dus je kunt er je spullen in achterlaten. De kastjes zijn ondergebracht in de catacomben van het bad. Oud, maar schoon.

Dampend water

De vroege ochtend – het badhuis is al vanaf zes uur open – is overwegend voor de trouwe diehards: vooral autochtone senioren laten zich in het dampende water glijden, om na het verstrijken van de adviestijd van een half uur een baantje te trekken in het veel koudere middenbad. Het overbekende plaatje van met stoom omgeven schakende mannen is in dit bad genomen. Pas in de loop van de morgen wordt het publiek meer gemengd qua leeftijd en geven ook twintigers en dertigers zich over aan de beloofde geneeskracht van de nitraten, carbonaten en sulfaten in het thermale water.

De Kettingbrug in Boedapest bij avond

Galmende stemmen

Vier uur lang schuiven we van bad naar bad, genieten we van het sprookjesachtige decor waartegen het badschouwspel zich afspeelt, laten we met de ogen dicht de tussen de zuilen galmende stemmen tot ons doordringen en voelen we het wat warme, wat vettige water weldadig langs de ledematen stromen. We kunnen ons nog laten ‘ophangen’ in het water, is ons verteld. Een behandeling ter bestrijding van rugpijn die vooral bij de Hongaren populair is, ook al omdat het ziekenfonds mee betaalt. Wie zien er van af.

Droogföhnen

Bij de kleedruimten in de kelder wacht ons nog een opmerkelijk tafereel; als we als laatste handeling voor vertrek de haren even droogföhnen trekt naast ons een nog niet aangeklede jongeman zonder blikken of blozen zijn slip open om zijn tweede haardos een uitgebreide föhnbeurt te geven. Baden is boeiend.

Metro Andrassy ut in Boedapest

De mooiste boulevard

De wandeling van het Széchenyi-bad terug naar het stadshart loopt langs diverse bezienswaardigheden. Je passeert kasteel Vajdahunyad en loopt langs de romantische vijver – waar je in de winter kunt schaatsen en in de zomer een bootje kunt huren – naar het erg Oost-Europees aandoende Heldenplein. Waag het niet om hier in de metro te stappen, want dan mis je de mooiste boulevard van Boedapest: Andrássy út. Halverwege dit meesterwerk van negentiende-eeuwse stadsplanning ligt het gezellige Frans Liszt-plein, waaraan koffiehuizen, restaurants, muziekcafés en jazzclubs liggen. In de zomer is het pleintje één groot terras.

Metrolijnen

Verderop, op het achthoekige Oktogon-plein kun je wel de metro in, maar je kunt ook nog even doorwandelen naar Deák tér, het plein waar de drie metrolijnen van de stad – de rode, de blauwe en de gele – elkaar kruisen en waar je kunt overstappen van de ene naar de andere lijn. Die avond zijn we uitgenodigd op de meest spraakmakende party van Boedapest: Cinetrip. Er gaat een positieve buzz over dit feest door de stad; iedereen lijkt Cinetrip te kennen. Doordat het drie jaar lang in de ban is gedaan heeft dit creatieve concept haast mythische vormen aangenomen.

Gebouwd door de Turken

Cinetrip wordt met een knipoog een SPArty genoemd, een megafeest in het Rudas-bad, één van de meest eerbiedwaardige baden van Boedapest. Het Rudas ligt op de smalle landstrook tussen de Donau en de Gellért-heuvel, aan de voet van de Elisabethbrug. Centraler kan niet. Het badhuis is door de Turken gebouwd en werd door hen het ‘groene zuilenbad’ genoemd. Het achthoekige hoofdbekken wordt omringd door acht door zuilen gedragen bogen. Door de gaten in de donkere koepel valt overdag sereen licht naar binnen. Naast het Turkse hamambad heeft het Rudas ook nog een onlangs gerestaureerde zwemhal.

Uitzicht over Boedapest

Reorganisatie

Jarenlang werden in dit badhuis enkele malen per jaar feesten gegeven. Het contrast van het oude complex met de hedendaagse licht- en geluidstechniek leverde een unieke ervaring op. Cinetrip werd al snel een begrip. Maar een nieuwe directie dacht het wel zelf te kunnen en de organisatie werd buiten de deur gezet. Maar het succes bleef uit en na weer een reorganisatie werd dj Laki – de man achter Cinetrip en een grootheid in Hongarije – weer met open armen binnengehaald.

Natte sneeuw

Er valt natte sneeuw en de wind is koud en guur op het moment dat wij ons bij de ingang van het Rudas melden. Perfect weer voor een avondje SPArty. Buiten is het al druk; de eerste partygangers staan al voor de deur. Die blijft voorlopig nog even dicht voor de gasten; binnen wordt nog met man en macht gewerkt aan de installatie van spots en geluidsboxen.

Nostalgie

Filmploegen stellen hun camera’s scherp; hier staat iets bijzonders te gebeuren. Net achter de toegangsdeur wordt iedere bezoeker door middel van affiches op het hart gedrukt dat zedeloos gedrag niet zal worden getolereerd. Wie zich daaraan in deze historische en statige faciliteit schuldig maakt, riskeert een onverwijlde exit. De locker room is bij de restauratie kennelijk niet onder handen genomen: er staan oude kluisjes die door een medewerker van het bad die hier al minstens vijftig jaar lijkt te werken worden afgesloten, de tegels zijn verweerd en de banken zijn van onverwoestbaar hout. Wat een nostalgie! Beneden in de hal krijgen we van een jongedame in een blauwgele kimono een kartonnen munt. ‘Find your pair’, staat er op. Heb je een blauwe token, dan moet je op zoek naar iemand met een gele. Vind je die, dan kun je samen een megacocktail drinken.

Beeld op de promenade van Boedapest

Mysterieuze muziek

De promotiejuffen van het sponsorende telecombedrijf steken schril af bij het vaste personeel dat, gestoken in klinisch wit, manhaftig met de sleutelbos rammelt. Heel langzaam loopt het badhuis vol met gasten; het duurt lang voordat iedereen een locker of een kleedhokje heeft toegewezen gekregen, met lange rijen buiten in de vrieskou tot gevolg. Beginnersfouten, laat Laki weten; de volgende keer is daar een oplossing voor gevonden. Naarmate meer mensen hun zwemkleding hebben aangetrokken, loopt ook de ronde Turkse spa vol. Mannen wiegen op de mysterieuze muziek hun vriendin door het water, gadegeslagen door tientallen mannen die aan de rand in het bad zitten.

Parelketting en glitterkroontje

Dansen is in deze natte hamam wat moeilijk, al probeert een corpulente man het wel. Met zijn T-shirt nog aan en een oversized gele bril op huppelt hij rondjes door het warme water. Op het droge lukt het beter, bewijst een bevallige oosters geklede dame, die plots onder een rode schijnwerper een optreden geeft. Alle hoofden draaien haar kant op, ook die van de twee vrouwen die zich ‘for the occasion’ stemmig hebben uitgedost. De ene heeft een glinsterende parelketting over haar bikini hangen, de andere heeft een glitterkroontje op. Ze kijken onze kant op en glimlachen. ‘Hey, it’s party time’, lijken ze te willen zeggen.

Aan de overkant van de Donau: het parlement van Boedapest

Dive in

Net als de uitbundige dansdikkerd hebben ook de dames over media-aandacht niet te klagen. Drie fotojournalisten met in plastic ingepakte spiegelreflexcamera’s cirkelen om het bad. De presentatrice van de Hongaarse versie van Boulevard loopt in haar badpak het water uit, microfoon in de hand. Ze moet het drie keer overdoen. De Turkse badhal is inmiddels gezellig vol, in de andere hal wachten de dj en de in het water drijvende stoelen nog op meer gasten. Die staan nog buiten. Maar als de honderden SPArty-gangers uiteindelijk binnen zijn, kan het motto van dj Laki niet meer stuk: ‘Dive in and enjoy!’ •

De SPArtys vinden tegenwoordig niet meer plaats in Rudas maar in de baden Széchenyi en Lukács. De feesten zijn nog steeds enorm populair. In de maanden juni tot en met september kun je terecht in Széchenyi, in herfst, winter en lente biedt Lukács de Magic Bath Parties.

2007 / 2015 © Tekst en foto’s: Adri van Esch