• ‘OUDEREN KRIJGEN HET STEEDS ZWAARDER’

  • ‘OUDEREN KRIJGEN HET STEEDS ZWAARDER’

Martin van Rooijen strijdt onvermoeibaar en met tomeloze inzet voor de belangen van ouderen. Dat is hard nodig, vindt het Kamerlid: “Ouderen krijgen het steeds zwaarder”.

Martin van Rooijen was Tweede Kamerlid voor de politieke partij 50PLUS. In het voorjaar van 2019 verhuisde de 76-jarige naar de Eerste Kamer, want Van Rooijen was bij de komende verkiezingen lijsttrekker voor 50PLUS. De wortels van Martin liggen in het Brabantse Drunen: hij werd er in 1942 geboren en woonde er tijdens zijn jeugdjaren. “Naast het gemeentehuis en bakker Brok aan de Grotestraat”, glimlacht hij. “Ik ging naar de lagere school in de Stationsstraat. Tot de derde klas, toen verhuisden we naar het westen van het land.” Van Rooijen was ook één van de 95 Drunenaren die in het najaar van 1944 in de korenmolen schuilden voor hevige beschietingen van de geallieerden. De ondergedoken burgers ontsnapten aan een ramp: drie Duitse soldaten weigerden het bevel van hun superieuren uit te voeren om de molen op te blazen als de geallieerde troepen door de linies zouden breken. “Aan die moedige jonge Duitsers die hun legerleiding durfden te negeren hebben ik, mijn familie en tientallen andere Drunenaren hun leven te danken”, zegt een nog steeds dankbare Martin van Rooijen.

‘Ik krijg er de rem niet zo makkelijk op’

Nu, bijna 75 jaar later, kan Martin van Rooijen terugkijken op een rijk leven, waarin hij onder meer staatssecretaris van Financiën was. Tegenwoordig troeft het oudste lid van de Tweede Kamer nog met gemak zijn jongere collega-parlementariërs af: sinds het aantreden van het kabinet Rutte III voerde niemand langer het woord in de Tweede Kamer dan Martin van Rooijen. Exact 24 uur, 1 minuut en 43 seconden stond hij achter de microfoon. Een héél etmaal lang – plus 1 minuut en 43 seconden – kwam hij hoor- en zichtbaar op voor de belangen van ouderen. Martin krijgt van zijn Kamerconcurrenten ook regelmatig complimenten voor zijn sterke betogen en inhoudelijke argumentatie, zoals bij de vele uren debat over het afschaffen van de Wet Hillen. Het lange nachtelijke betoog van Martin om huizenbezitters te behoeden voor de aflosboete duurde tot vroeg in de ochtend. “Om half zes was ik die morgen thuis, om half acht was ik weer onderweg naar de Kamer”, knikt hij. “Hoe ik dat volhoud? Tja, dat gaat eigenlijk prima. Ik kan het fysiek goed aan. Het is boeiend werk en bovendien belangrijker dan ooit dat er wordt opgekomen voor de belangen van ouderen. Want ouderen krijgen het steeds moeilijker.”

‘Kortingen op pensioenen mogen nooit gebeuren!’

We mogen dus vaststellen dat het politieke werk nog steeds goed bevalt? Martin denkt langer dan gebruikelijk na. “Het is zoals ik verwacht had”, zegt hij vervolgens diplomatiek. “Het is héél veel werk. Maar dat ik het zo druk heb, doe ik mezelf aan. Ik krijg er de rem nu eenmaal niet zo makkelijk op. Je moet echt strijden om iets voor elkaar te kunnen krijgen. Als kleine fractie is dat nog niet zo makkelijk: de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie verwerpt bijna al onze moties. Op het gebied van Financiën heb ik er wel wat moties doorgekregen, bijvoorbeeld over dat je met contant geld moet kunnen blijven betalen. Ook over staatsobligaties en over dat er geen geld uit de rentewinst van de ECB naar een extra pot voor de Europese begroting mag vloeien. Inhoudelijke zaken waarvan de meeste Kamerleden zeggen: ‘Dat is een goed punt’. Maar o wee als een motie over ouderen gaat, dan gaan bij de meeste partijen de stekels omhoog. Nee, dat frustreert niet, want hoe meer moties ze verwerpen, hoe meer ik er indien. Dat werkt bij mij als een boemerang; ik kom gewoon met nóg meer voorstellen.”

‘Als het over ouderen gaat, gaan bij de meeste partijen de stekels omhoog’

“Mijn belangrijkste portefeuilles gaan allemaal over koopkracht”, vertelt Martin van Rooijen. “AOW, pensioen, belastingen. Zorgpremies en het eigen risico horen daar ook bij, die treffen ouderen vaak extra hard.” Van Rooijen kijkt op diverse debatten met tevredenheid terug. Bijvoorbeeld op zijn aanhoudende strijd tegen afschaffing van de Wet Hillen en zijn inzet om de Belastingdienst weer op orde te krijgen. “Voor de Belastingdienst moet een eigen staatssecretaris komen”, benadrukt hij. “Ik ben ook blij met de flink verhoogde Ouderenkorting, van 900 naar 1500 euro. En vergeet mijn eigen initiatiefwetsvoorstel niet, bedoeld om een tijdelijke bodem van 2 procent te leggen in de veel te lage rekenrente waarmee pensioenfondsen verplicht moeten rekenen. Mijn voorstel voorkomt dat de pensioenen straks gekort moeten worden!” Het initiatiefwetsvoorstel van Martin gaat nu richting eindstreep, maar ondervindt nog steeds veel weerstand in de Kamer. Toch blijft Martin uiterst strijdvaardig: “Kortingen op pensioenen mogen nooit gebeuren! Als mijn wetsvoorstel sneuvelt, kom ik gewoon weer met een ander voorstel. Uiteindelijk denk ik dat het kabinet het niet aandurft de kortingen op pensioenen door te laten gaan. Ons zullen ze dat succes niet gunnen, maar ons doel is dan toch bereikt en daar gaat het om!”

‘Hoe meer moties ze verwerpen, hoe meer ik er indien’

Martin voert ook een nimmer aflatende strijd om het Nederlandse pensioenstelsel te behouden. “Om mijn pleidooi voor ons pensioenstelsel – recent weer verkozen tot het allerbeste ter wereld – word ik vaak uitgelachen. Maar dat zal me een zorg zijn! Ik vecht ervoor. En weet je wat? Het lijkt nog te gaan lukken ook! Ook dat succes zal niet aan 50PLUS worden toegeschreven, maar ik weet beter. En de ouderen ook. Die hebben het – net als ik – helemaal gehad met de ‘framing’ dat zij mekkeraars en potverteerders zijn. Ouderen zeuren helemaal niet! Ze zijn juist heel tevreden, hebben altijd hard gewerkt en doen dat nog steeds, en zorgen voor anderen. Dat ouderen niet meer mogen zeggen dat zij Nederland hebben opgebouwd is afschuwelijk. Het ís gewoon zo: ouderen hebben ons land opgebouwd!”

2018 © Tekst en foto: Adri van Esch